donderdag 4 februari 2021

JULIA’ S VRIJER

JULIA’ S VRIJER

 Julia’s slaapstee staat in brand

Op de steenweg kraakt haar oude pand

Pompiers, ze rennen af en aan

Op zoek naar die reusachtige kraan

Die haar have en goed

Haar hebben en houden

Nu extra koel kan houden


Potten pannen oude emmers grote schalen

Gaan de buren uit hun kelders halen

Om dit duivels vuur te blussen

Nergens is hij nog mee te sussen

Ooit moet Julia’s vrijer Sebastiaan

Voor nog heter vuur hebben gestaan

 


Sirenes loeien in de verte

In de Put van Calevoet

Kan je ze nog horen

Wijl alom de vlammen likken

En de bedsprei al verloren

Is en de marmotjes

In het kooitje op de trap

In de rook dreigen te stikken

Luitenant, brigadier of korporaal

Julia’s bedstee staat finaal

In vuur en vlam

 

Lieve Julia, vurig roosje der kasseien

Niemand kan dit onheil nog bezweren

En al wil het hele korps het je wel leren

Zo zal je matras nimmer nog veren


 

 

Was jij niet zo heetgebakerd

En je slaapstee niet volkomen zwartgeblakerd

Zou je nu niet naast die arme Adriaan

Op de klamme keien

Van de Alsembergesteenweg staan.

 

 

 

 Allen ontsnapten aan de vuurzee: Julia, Adriaan, Stan de Brandweerman en Sebastiaan. Vuur en Passie en Mirakels, daar snoepen wij wel van.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Printfriendly

Aanbevolen

Op een afstand